Regelmatig brengen de mensen een vogel aan de deur die ze ergens hebben gevonden langs de weg of in de tuin. Rond deze tijd gaat het vooral om jonge vogels. Pas uit het nest of te vroeg er uit gevallen. In elk geval nog niet geschikt om op te vliegen bij onraad. Onraad zoals een goedmenend mensdier. Maar even goed een ander roofdier. Vind je een vogeltje onder de struiken laat je het best daar. Zijn ouders zijn wellicht in de buurt en durven niet komen omdat jij er bij staat.
Maar soms vind je een mus in de goot of een kauw in het kerkportaal. Dan mag je inderdaad je goede hart laten zien en die jonge vogels afleveren in het vogel en zoogdieren opvangcentrum uit de buurt. Hier is dat gelegen in Heusden-Zolder.
Vorige week weer een rinkelende bel. Een dame met een klein vogeltje in een Tupperware doosje.


Deze jonge gierzwaluw zat tegen de voordeur van de dame te wippen en kon duidelijk nog niet vliegen. Ik had deze vogels ook nog maar alleen op tv en in boeken gezien. De dame van het VOC zei echter dat ze deze soort wel vaker binnenkrijgen, maar dat ze evenveel moeite doen voor een mus. En dat vond ik zo mooi gezegd.